De Ferry

1 augustus 2018 - Togean Islands, Indonesië

Vroeg opgestaan, 05.00 uur. Half zes met de kleine boot naar plaatsje Dolong op een van de meest oostelijke gelegen eilanden, zo’n anderhalf uur varen. We werden door de twee kokkinnetjes uitgezwaaid, zo lief! Ze hadden ons een heerlijk fruitontbijt met warme thee meegegeven! In Dolong wacht de boot op ons, om 08.00 uur gaat de ferry naar Bumbulan. Zo staat het op het vaarschema van de ferry maatschappij.

De ferry kwam pas aan om negen uur.....

IMG_2393 IMG_2399 IMG_2402

Als de boot er eindelijk is kunnen we een kaartje kopen voor de ferry: 22.000 roepiah per persoon, nog geen twee euro pp. Tevens wordt de registratie van de namen van de passagiers bijgehouden. Dat gaat nog met n ouderwetse typemachine!!

De ferry moet gelost en daarna ook weer geladen worden met allerlei levensbehoeften van de bevolking hier. Dus dat kan rijst zijn, maar ook een levende jonge koe of zakken cement of een brommer. Enz.

Tijd is hier een rekbaar begrip. Als het klaar is, vertrekken we. Niemand kijkt naar de klok. Als er maar één vrachtwagentje is om uit te laden, ja, dan moet ie een paar keer heen en weer rijden. Logisch!

IMG_2405 IMG_2408 IMG_2413

En niks geen motorische hulpmiddelen, gewoon met letterlijk een man of 20 spierkracht aan de gang. Houten handkarren (zie prenten in geschiedenisboek over begin 20e eeuw) doen hier nog dagelijks dienst. Mannen gooien grote zakken cement van ongeveer 30-40 kg in een klein bootje (naast de ferry in het water gelegen) alsof het niks weegt Wie heeft over dit alles de leiding? De bemanning van het schip in ieder geval niet, hahahha! Die staat vanaf een afstandje toe te kjken. Gewoon iemand die denkt dat ie een goed idee heeft, geeft een aanwijzing. Soms dus ook meerderen tegelijk.

Je begrijpt het al: het duurde even.

Dat hebben we geweten. We vertrokken uiteindelijk pas om 13.00 uur. Het is maar goed dat we geen vlucht hadden op dezelfde dag, gewoon rustig afwachten en gadeslaan hoe het leven hier georganiseerd is (of eigenlijk niet). Zo gaat het dus met schepen die hier op de Togian Islands maar één of twee keer per week aan wal komen. Hadden we dat geweten dan hadden we ons vanmorgen in bed nog een keertje omgedraaid. Maar........ dan hadden we de prachtige zonsopgang op zee óók gemist! Tja, gelukkig weten we niet alles van tevoren.

IMG_3329 IMG_2416

Al wachtend op de boot beleef je toch ook van alles. Af en toe over de reling hangen om te zien hoe zo’n klein dorpje in rep en roer is als de boot aan komt: een groot mierennest van mensen.

Op de boot zèlf hebben wij een plekje gevonden op een overdekt achterdek met stoelen in rijen met aan de zijkanten uitzicht en frisse lucht. Het is niet druk. We hebben ieder een rij van vier stoelen ter beschikking.

Als Europeanen zijn wij de attractie van de boot. Het begint met twee kleine giechelende meisjes die aandacht vragen en ongevraagd gewoon bij je op schoot kruipen. Ze voelen met hun smoezelige plakhandjes aan je armen, benen, haar en kleding. Generen zich nergens voor.

IMG_2422

Ruben zit een spelletje op z’n tablet te spelen, waardoor ineens twee Indonesische jongens van zijn leeftijd zeer geïnteresseerd over z’n schouder meekijken. De jongens vragen naar zijn naam, maar meer Engels dan dat spreken de jongens niet. Mmmm, voelt toch niet helemaal prettig. Ruben ruimt z’n spel weer op.

Als de boot ècht de zee op vaart wordt het rustig aan boord. Alle passagiers geven zich over aan de deining van het schip en liggen op matrasjes op daarvoor bestemde plekken.

De reis duurt vijfenhalf uur, zegt het vaarschema.....

Ook daar klopt weer geen biet van. Het worden uiteindelijk 7,5 lange uren op het warme, zompige dek. Oké, wèl beschut tegen de zon, maar weinig frisse wind, dus de zweetkliertjes maken overuren....

Het is gelukkig niet dichtbevolkt, dat geeft de mogelijkheid tot een (lange) siësta.

Twee Franse jongemannen komen af en toe een kletspraatje maken, André wordt aangesproken door een Indonesische civiel ingenieur. Dat breekt de lange, eentonige reis.

Af en toe hangen we over de reling om over het water te turen (nee, geen kots-scenes, hahahha!). En ja hoor, we hebben het grote voorrecht om twee jonge dartelende dolfijnen te ontdekken die heel even onze veerboot volgen! Super gaaf!

Ook hebben we een paar vliegende vissen gezien, gaaf om deze kleine snelle beesten zo’n eind over de golven zien zweven. Met een sierlijke duik verdwijnen ze uit ons zicht.

In het donker komen we aan in Bumbulan, een havenplaatsje 80 km ten zuidwesten van het vliegveld Gorontalo. Een lange betonnen (!) pier (eens wat anders dan gammele, rammelende houten planken) leidt ons naar de taxi standplaats. Moe, zweterig, vies plakkerig en hongerig worden we opgewacht door een groep door elkaar roepende taxichauffeurs, allen begerig roepend naar ons Europeanen om ons een ritje aan te bieden.

Wat wij willen is gewoon een taxi die ons naar een restaurant en daarna naar een goed (Europese standaard) hotel brengt. Pfffff..... wat een toestand, chaos, heksenketel is dat.

Met wat Nederlandse doortastendheid lukt het vrij snel één chauffeur te regelen die ons veilig naar een hotel brengt, waar we 12 uur nachts aankomen.

Eindelijk rust! Dat mag wel even na zo’n enerverend dagje op de kade en op de boot.

Foto’s

2 Reacties

  1. Helene:
    4 augustus 2018
    Heel leuk om te lezen wat jullie mee maken. En hoeveel geduld je af en toe moet hebben. Het is dan inderdaad vakantie.
    Geniet er van.
    Liefs Helene
  2. J.A.C.von Bannisseht:
    4 augustus 2018
    Augustus - 04 - 2018
    Wat een belevenis weer. Ja, je bent in een Aziatisch land, en daar hebben ze een ruim begrip van tijd. Wat is nou vijf uren op de eeuwigheid? Het gaat zoals het gaat, en niet zoals het gaan moet. Zo is het nu eenmaal en zo gaat het ook. Bovendien je hebt toch vacantie. In de jaren vijftig voer de K.P.M.(Koninklijke Paketvaart Maatschappij) door bijna heel Indonesië. Ja dat was nog de Nedeerlanse tijd. Toen werd er wel op vaarschema gevaren. Zo zie je maar weer, 's lans wijs, 's lands eer. En tijden veranderen.
    Maar je hebt toch weer wat opgestoken en meegemaakt samen. Bedenk wel dat alle mechanisatie ook weer voor minder werkgelegenheid zorgt. Dus al die nodige mankracht zorgt ook weer dat die arbeiders een inkomen hebben voor die dag. Investeren in allerlei machines is duurder dan mankracht uitbetalen.
    Ga nu maar uitrusten van deze eenerverende dag en reis. Dan kun je met nieuwe kracht en moed weer het komende avontuur tegemoed gaan.
    Heel hartelijk bedankt voor deze reportage met bijbehorende foto's (van havenarbeiders, vroeger noemde men ze koelies). ( Het is in mijn ogen je reinste slavenarbeid, want ze worden ook onderbetaald en uitgebuid).